De crematie vindt altijd plaats op de dag dat de overledene naar het crematorium wordt gebracht. Het Besluit op de lijkbezorging schrijft voor dat ieder overledene apart gecremeerd dient te worden. Ook is het niet toegestaan om de as van een eerder overledene mee te verbranden. Voor het invoeren in de oven plaatsvindt, wordt er een vuurvast steen met een unieke nummer op de kist gelegd. Dit nummer komt overeen met het nummer dat de overledene meekrijgt in de administratie van het crematorium. Het verbrandingsproces duurt gemiddeld 6 kwartier. Na het proces wordt de as uit de oven gehaald, afgekoeld en fijngemalen in een cremulator (asmolen). De as wordt minimaal 30 dagen bewaard. Ook dit is vastgelegd in de Wet op de lijkbezorging. Na deze periode wordt de as vrijgegeven aan de opdrachtgever van de uitvaart. De opdracht kan dan uiteindelijk een besluit nemen tot een bestemming van de as.
Let op!
Een pacemaker of ICS dient bij de overledene verwijderd te worden om een ontploffing in de crematieoven te voorkomen. Laat dit weten aan de uitvaartverzorger. Ook wanneer de overledene een radiotherapie (bijvoorbeeld Jodium-125) heeft ondergaan is het noodzakelijk dit te melden. De radioactieve korrels blijven in het lichaam een jaar tot na de behandeling actief. Deze dienen voordat de crematie plaatsvindt te worden verwijderend om verspreiding van radioactieve stoffen in de lucht te voorkomen. Indien verwijdering niet mogelijk is dan kan een crematie niet plaatsvinden, er wordt dan dringend verzocht om de overledene te begraven.